Haberin yayım tarihi
2008-03-03
Haberin bulunduğu kategoriler

Senatör Nahima Lanjri'den göçmenleri ve ilticacıları ilgilendiren konularda soru önergesi..

Senatör ve CD&V genel başkan yardımcısı Nahima Lanjri ilticacılar konusunda yapılan kanun değişikliğinin uygulama alanlarında bazı önemli  noktaların bulunduğunu belirterek parlementoda soru önergesi verdi.

Bu bağlamda AB göç yasası ve Belçika'nın ekonomik göç politikası üzerine kamuoyunda tam olrak anlaşılmayan konulara açıklık getirilmesi üzerine verdiği soru önergesi ve cevapları okurlarımızın bilgisine sunuyoruz..

 
Arbeidskaart na 6 maanden (vraag om uitleg - 14/02/'08)
Sinds de wijziging van de asielprocedure bestaat er geen recht meer voor asielzoekers om te werken tijdens de duur van de procedure. Aangezien er op heden geen recht op werk bestaat voor asielzoekers, schendt de huidige Belgische regelgeving de opvangrichtlijn 2003/9 die tegen 6 februari 2005 diende omgezet te worden.
 
Sinds de wijziging van de asielprocedure bestaat er geen recht meer voor asielzoekers om te werken tijdens de duur van de procedure. Aangezien er op heden geen recht op werk bestaat voor asielzoekers, schendt de huidige Belgische regelgeving de opvangrichtlijn 2003/9 die tegen 6 februari 2005 diende omgezet te worden.
 
De minister verklaarde recent dat een Koninklijk Besluit wordt voorbereid dat asielzoekers tijdens de duur van de asielprocedure zou toelaten om te werken.
 
Graag had ik van de geachte minister een antwoord gekregen op de volgende vragen:
Welke termijn stelt de minister voorop om de Belgische regelgeving in overeenstemming te brengen met de opvangrichtlijn 2003/9?

Is er ook al een akkoord met minister Dupont over de bijdrage die de werkende asielzoeker zou moeten betalen? 
 
Antwoord van minister van werk Josly Piette
De Europese richtlijn 2003/3/CE van 27 januari 2003 aangaande de minimale normen voor de opvang van asielzoekers bepaalt, in artikel 11, dat de lidstaten toegang moeten geven tot de arbeidsmarkt aan de asielzoekers ten laatste één jaar nadat ze asiel gevraagd hebben.

 
Een ontwerp van Koninklijk Besluit is klaar en zal in de eerstkomende dagen aan de Ministerraad worden gezonden. Dit ontwerp voorziet de afgifte van een arbeidskaart C aan asielzoekers na een termijn van minstens 6 maanden.

Deze ontwerptekst heeft het gunstig advies gekregen van de inspecteur van financiën en van de Adviesraad voor de tewerkstelling van vreemde werknemers. Wat de termijn van 3 tot 6 maanden betreft, is er overleg gepleegd op het kabinet van minister Dupont en is verduidelijkt dat op korte termijn werk zal gemaakt worden om de termijn op 6 maanden te brengen in eerste instantie. In tweede instantie zal de termijn worden ingekort naar 3 maanden, mits hierover een politiek akkoord kan gevonden worden.
 
Mijn collega DUPONT bereidt een tekst voor waarin de modaliteiten van terugbetaling van de materiële hulp voor werkende asielzoekers wordt geregeld. Ik kan u op dit ogenblik ook niet meer informatie geven over de mogelijke modaliteiten van terugbetaling.

 
Omzetting EU-richtlijn (vraag om uitleg - 14/02/'08)
De huidige Belgische wetgeving met betrekking tot asiel en migratie schendt op een aantal vlakken bepaalde Europese richtlijnen. Het gaat om maatregelen of om de uitvoering van genomen wetten die niet kunnen uitgesteld worden omdat ons land anders veroordelingen riskeert.

De huidige Belgische wetgeving met betrekking tot asiel en migratie schendt op een aantal vlakken bepaalde Europese richtlijnen. Het gaat om maatregelen of om de uitvoering van genomen wetten die niet kunnen uitgesteld worden omdat ons land anders veroordelingen riskeert.

Graag had ik van de geachte minister een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1. De huidige Belgische regelgeving schendt de procedurerichtlijn 2005/85 (die tegen 1 december 2007 diende omgezet te worden) doordat tot op heden nog geen volle rechtsmacht is toegekend aan de Raad voor Vreemdelingen en doordat een asielaanvraag nog steeds kan afgewezen worden op louter formele gronden.

Welke maatregelen stelt de minister voorop om de Belgische regelgeving in overeenstemming te brengen met de procedurerichtlijn 2005/85?

Welke termijn stelt u voorop om deze maatregelen uit te voeren?

2. De richtlijn 2004/38 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de unie en hun familieleden diende tegen 30 april 2006 omgezet te worden. De richtlijn 2003/109 betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen moest tegen 23 januari 2006 omgezet worden.
Inzake beide richtlijnen stemde het Belgische parlement op 25 april 2007 een Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen gestemd.

Om de richtlijn 2004/38 niet te schenden moet naast de uitvoering van de wet van 25 april 2007 ook nog volle rechtsmacht worden toegekend aan de Raad voor Vreemdelingen.
Bereid de minister de uitvoering van deze wet voor?

Welke maatregelen stelt de minister voorop om de Belgische regelgeving volledig in overeenstemming te brengen met de richtlijn 2004/38 en binnen welke termijn?

3. Welke Europese richtlijnen in het kader van asiel- en migratiebeleid moeten nog volledig of gedeeltelijk omgezet worden in Belgische regelgeving?

Antwoord van minister van Binnenlandse zaken Patrick Dewael

1. Ik kan het geachte lid melden dat de Raad voor Vreemdelingen­betwistingen wel degelijkheid volheid van rechtsmacht heeft in asieldossiers. De Raad onderwerpt het geschil in zijn geheel aan een nieuw onderzoek en doet als administratieve rechter in laatste aanleg uitspraak over de grond van het geschil. De Raad kan de beslissing van de Commissaris-generaal bevestigen of hervormen ongeacht het motief waarop de Commissaris-generaal de bestreden beslissing heeft gesteund. De asielzoeker heeft bovendien de mogelijkheid om nieuwe elementen in te roepen voor de Raad.


De weigering van een asielaanvraag om louter formele gronden is inderdaad nog voorzien in de vreemdelingenwet, maar in de praktijk wordt een negatieve beslissing nooit enkel gemotiveerd op deze formele gronden. Dit is zeker het geval sinds 1 december 2007. Het artikel 52 van de vreemdelingenwet dat deze formele gronden opsomt, zal bij een volgende wijziging van de vreemdelingenwet aangepast worden. Aangezien de huidige asielprocedure in de praktijk in overeenstemming is met richtlijn 2005/85, lijkt deze wetswijziging me niet prioritair voor de interimregering. Het Europees Parlement heeft bovendien een annulatie-beroep bij het Hof van Justitie ingediend tegen een aantal artikelen van deze richtlijn. Voor een gecoordineerde omzetting van deze richtlijn lijkt het interessant deze uitspraak af te wachten.

2. Wat betreft de wet van 25 april 2007 die de Europese richtlijnen 2004/38 met betrekking tot de burgers van de Unie en 2003/109 met betrekking tot de langdurig ingezeten onderdanen van derde landen, omzet, is het mijn bedoeling dat deze wet en de uitvoeringsbesluiten nog tijdens deze interimregering in werking treden. De uitvoeringsbesluiten zijn volop in voorbereiding.

In tegenstelling tot hetgeen u denkt, dient er geen volle rechtsrecht aan de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen te worden toegekend voor de bepalingen van de richtlijn 2004/38. Het huidig annulatieberoep dat schorsend is, komt volledig tegemoet aan de waarborgen voorzien in artikel 31 van de richtlijn want de wettigheid van de beslissing wordt onderzocht evenals de feiten en omstandigheden die de bestreden beslissing rechtvaardigen. Het Grondwettelijk Hof heeft trouwens herhaaldelijk geoordeeld dat het analoge annulatieberoep bij de Raad van State "een daadwerkelijke jurisdictionele waarborg voor een onafhankelijk en onpartijdig rechtscollege" biedt '. Overigens is deze discussie reeds aan bod gekomen tijdens de bespreking van de wet van 15 september 2006 waarbij de RVV opgericht werd.

Voor het overige zijn er momenteel geen richtlijnen die nog als dusdanig omgezet moeten worden. Wel zal de richtlijn 2004/114 van 13 december 2004 betreffende de voorwaarden tot toelating van onder meer buitenlandse studenten aangegrepen worden om de Belgische procedure te herzien.

Economische migratie (vraag om uitleg - 14/02/'08)
Onlangs kondigde de minister aan om overleg te plegen met de gewestelijke ministers van werk omtrent ?economische migratie?. Meer bepaald wil u polsen naar hun bereidheid om buitenlanders onder strikte voorwaarden een tijdelijke arbeids-en verblijfsvergunning te geven om knelpuntvacatures in te vullen. U verklaart in de pers dat u enkele denksporen die in het oranje-blauwe akkoord zijn opgenomen de komende weken beleidsmatig voorbereiden.

In dit akkoord zijn inderdaad een aantal concrete, zeer waardevolle voorstellen opgenomen.

Mijn vragen zijn de volgende:
Welke denksporen/voorstellen uit het akkoord wil u onderzoeken? In het akkoord zijn er rond deze problematiek namelijk verschillende sporen opgenomen  met name:

1) economische migratie voor knelpuntberoepen onder strikte voorwaarden en na overleg met de sociale partners,

2) mogelijkheid voor mensen zonder papieren die hier al minstens sinds jan. 2006 zijn om een arbeidskaart en hieraan gelinkt tijdelijke verblijfsvergunning te verkrijgen indien zij een vaststaand werkaanbod hebben (niet enkel knelpuntberoepen) (een voorstel dat ook gesteund wordt door onder meer Unizo)

3) regularisatie ? geval per geval ? van mensen die bv. te lang in de procedure zaten die kunnen aantonen dat ze geïntegreerd zijn (werk is daar een belangrijk onderdeel van), ?.

Wil u al deze sporen onderzoeken of slechts enkele?  En waarom?
 
Is hierover al formeel of informeel overleg geweest in de regering? Zo niet wanneer is dit voorzien?

Aangezien het niet alleen over de verblijfswetgeving gaat maar ook over werk: is de federale minister van werk betrokken bij deze voorbereiding? Hoe?

Heeft u intussen contacten gehad met de  gewestelijke ministers van werk? Wat zijn hun bevindingen?

Heeft u ook al overleg gehad met de sociale partners? Zo nee, bent u dit van plan?

Wanneer?

Wat zijn uw bevindingen tot nog toe? En welke stappen wil u nu ondernemen?  

Wanneer denkt u met een concreet uitgewerkt voorstel klaar te zijn dat in de ministerraad kan beslist worden?

Antwoord van minister van binnenlandse zaken Patrick Dewael
De economische migratie komt inderdaad niet voor in het regeerakkoord, dat prioriteiten vermeldt. Maar het debat over het migratiebeleid is nog steeds actueel. De verscheidene interpellaties en debatten van de voorbije weken getuigen daarvan. Ik zie ook niet in waarom we nog zouden moeten wachten om dit debat aan te gaan.

Ik herhaal, ik ben bereid om over alle aspecten van het oranje-blauwe deelakkoord te debatteren, maar niet om aan 'cherry picking' te doen. Ik wil dus wel debatteren over het immigratiebeleid, maar dan in zijn geheel, en de economische migratie vormt een van de elementen van dit beleid.

Op mijn initiatief zal er op 21 februari 2008 een vergadering plaatsvinden met mijn federale en regionale collega's van Werk. Ik zal u op de hoogte houden van de resultaten van deze eerste afspraak. Elke meerderheidspartij beschikt over een bevoegde minister en ook alle coalitiepartners zullen in het overleg betrokken worden.

Ik wens het debat over de economische migratie niet enkel op te starten vanuit het oogpunt van een eventuele regularisatie van illegalen, maar - integendeel - in het licht van alle mogelijkheden die in het oranje-blauwe akkoord vooropgesteld werden.

Maar wat vooral belangrijk is voor mij, is om een diepgaand debat te voeren met de Gewesten, en met de sociale partners over de effectieve nood aan arbeidskrachten en over de beroepssectoren die in aanmerking zouden kunnen komen.

Men moet er ook rekening mee houden dat deze stappen bedoeld zijn om te verhelpen aan het tekort aan gekwalificeerd en niet gekwalificeerd personeel. De tekorten die men in bepaalde sectoren vaststelt, beperken sterk de innovatiemogelijkheden van bepaalde ondernemingen in het proces van economische heropleving. Dit wordt zo dus een van de obstakels die de concurrentiekracht van Belgie remmen.

Eens we de sectoren en het aantal vacatures vastgelegd hebben, kunnen we ons buigen over de categorieen van personen die aan deze noden tegemoet kunnen komen. In dit opzicht moeten we uiteraard eerst onze eigen mogelijkheden op de arbeidsmarkt gebruiken. Hierbij moeten we rekening houden met het principe van 'communautaire voorrang'.

Momenteel zijn de eerste consultaties bezig. Maar het gaat om een debat met vele actoren: de Ministers van Werk, van Ontwikkelingssamenwerking, de sociale partners. Ik kan niet vooruitlopen op de resultaten van deze eerste ontmoetingen en dus geen precieze kalender vastleggen.

Bu konularda daha geniş bilgi için:


Nahima Lanjri

CD&V-Senator

Paleis der Natie

1009 Brussel

Tel.: 02 501 70 42

E-mail: nahimalanjri@senaat.cdenv.be

Website: www.nahima.be


 

Son Haberler

Hits: [srs_total_pageViews] Visitors: [srs_total_visitors]
Copyright © GUNDEM.be
Site içeriği ve dizaynın tüm hakları GÜNDEM.be websitesine aittir.
Kopyalamak ve izinsiz kullanmak kesinlikle yasaktır.