Betreft:Uitzendingen Op VRT Voor Moslims
Naar aanleiding van de kritiek van het Vlaams Belang op het feit dat de moslimgemeenschap voortaan ook uitzendingen door derden mag verzorgen op de VRT heeft de sp.a, bij monde van Vlaams parlementslid Philippe De Coene, de uitbreiding verdedigd. Hij verwees daarvoor naar de Belgische grondwet.
In het Vlaams parlement hekelde Vlaams Belang-parlementslid Wim Wienen de uitzendingen door derden vanwege de moslimgemeenschap. Mediaminister Ingrid Lieten (sp.a) verwees naar het Mediadecreet waarin de erkenning van de godsdiensten en levensbeschouwelijkheden is erkend. "De uitzendingen door derden genieten zoals alle andere uitzendingen van de vrijheid van meningsuiting, die echter niet onbeperkt is. Alle programma's op radio en televisie moeten voldoen aan de geldende wetgeving en meer in het bijzonder aan de bepalingen van het mediadecreet," aldus Ingrid Lieten.
Namens de sp.a-fractie verdedigde Philippe De Coene de uitzendingen door en voor moslims. "De islamitische godsdienst is bij grondwet erkend sedert 1974. Dat is 36 jaar geleden. Dat gebeurde toen samen met de vrijzinnige levensbeschouwelijkheid. Als lid van die laatste ben ik voorstander van de uitbreiding van de uitzendingen door derden voor de moslimgemeenschap. Zo krijgt elke godsdienst of levensbeschouwelijkheid die kans," aldus Philippe De Coene.
23 december 2010
Actuele vraag Wim Wienen over islamitische uitzendingen in het kader van de uitzendingen door derden
-Met toepassing van de artikelen 35 en 36 van het Mediadecreet kan de Vlaamse Regering levensbeschouwelijke verenigingen erkennen om programma's te verzorgen op radio en televisie.
-Deze levensbeschouwelijke verenigingen zijn niet-commerciële verenigingen die tot doel hebben programma's te verzorgen die rechtstreeks zijn afgestemd op het verschaffen van opiniëring vanuit representatieve levensbeschouwelijke stromingen.
-De voorwaarden, duur en procedure voor deze erkenningen zijn geregeld in een Besluit van de Vlaamse Regering van 15 oktober 1999.
-Conform artikel 4 van dit besluit, werd op 8 oktober 2010 een oproep tot erkenning gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Verenigingen konden binnen de 30 dagen hun aanvraag indienen. Het departement ontving aanvragen van de volgende levensbeschouwelijke verenigingen: : Katholieke Televisie -en Radio Omroep (KTRO), Pro-Erts, Israëlitisch Godsdienstige Uitzendingen, Orthodoxe Kerk, Humanistisch Vrijzinnige Radio, Het Vrije Woord/Lichtpunt en de Moslim Televisie -en Radio Omroep (MTRO)
-In vergelijking met de vorige erkenningsronde in 2004, dient de MTRO zich nu voor het eerst aan om erkend te worden, zowel voor het verzorgen van radioprogramma's als televisieprogramma's. De aanvraag van de MTRO was net als alle andere aanvragen, ontvankelijk.
-De ingediende erkenningsaanvragen – ook die van de MTRO - bevatten allen de gevraagde informatie zoals opgelegd in het Besluit van 15 oktober 1999:
*een toelichting over de representativiteit van de vereniging voor de betrokken levensbeschouwelijke stroming,
*een inhoudelijke visie op de aard van de invulling van de uitzendingen,
*een toelichting over het beoogde doelpubliek en de doelstelling die de vereniging met de uitzendingen wil bereiken,
*een toelichting over de strategie die zal worden ingezet om de kwaliteit van de uitzendingen te verbeteren,
*de statuten van de vereniging.
-Per levensbeschouwelijke stroming werd slechts één aanvraag tot erkenning ingediend. Er hoefde dus niet worden overgegaan tot een rangschikking van de kandidaten.
-De Vlaamse Regering erkende bijgevolg op 17 december bovenvermelde levensbeschouwelijke verenigingen voor het uitzenden van radio en/of televisieprogramma's op de VRT.
-De uitzendingen door derden genieten zoals alle andere uitzendingen van de vrijheid van meningsuiting, die echter niet onbeperkt is. Alle programma's op radio en televisie moeten voldoen aan de geldende wetgeving en meer in het bijzonder aan de bepalingen van het mediadecreet.
-Dit impliceert dat de betrokken programma's, ook die van de MTRO, o.a. niet mogen aansporen tot haat en geweld, en geen inbreuk mogen maken op de bescherming van minderjarigen en zich moeten houden aan de bepalingen inzake openbare orde, goede zeden, laster en eerroof.
-Bij eventuele inbreuken op het mediadecreet kan altijd klacht worden neergelegd bij de VRM die de zaak zal onderzoeken en indien nodig een passende sanctie zal opleggen.
-Bij inbreuk op strafrechtelijke bepalingen kan ook steeds klacht worden neergelegd bij de strafrechter