Haberin yayım tarihi
2007-12-14
Haberin bulunduğu kategoriler

Vlaams Belang şimdi de Ermenilerin hamiliğine soyundu..

Belçika'da ırkçı düşünceler üzerine kurulan bu yönde daha önceleri ırçılık yaptığı kesinleşen ve Vlaams Blok olarak kapatıldıktan sonra yeni adı Vlaams Belang ile tekrar kurulan parti şimdi de sözde soykırımın Flaman Parlementosunda kabul edilmesi için bir tasarı hazırladı.
 
Tamamen Türk ve Türkiye düşmanlığı üzerine hazırlanan tasarıda Osmanlı Devletinin 1. dünya savaşı sürecinde güvenlik gerekçesiyle aldığı tehcir kararını bir soykırım gibi sunmaya çalışan Vlaams Belang partisi sözde soykırım iddiası ile kendine yeni taraftarlar bulma peşinde. Bugüne kadar tüm tezlerini göçmenlere yönelik kin ve nefret üzerine kuran ve seçimlerde kullandığı sloganlarla bunu açıkça yapmaktan çekinmeyen ırkçı Vlaams Belang partisi şimdi sözde soykırım tasarısı ile yine gündem oluşturmaya çalışıyor..
 
Vlaams Belang partisinin hazırlamış olduğu tasarı daha önce diğer parlementoların hazırladığı klasik önerilerle hemen hemen aynı içerikte bulunuyor.
 
Aşağıda ırkçı parti Vlaams Belang milletvekilleri tarafından Flaman Parlementosuna sunular tasarı metnini okurlarımızın bilgisine sunuyoruz..
 
Stuk 1354 (2007-2008) – Nr. 1/Zitting 2007-2008 17 oktober/2007BUI3390
 
VOORSTEL VAN RESOLUTIE
 
– van de heren Stefaan Sintobin, Karim Van Overmeire, Luk Van Nieuwenhuysen, Roland Van Goethem en John Vrancken – betreffende de genocide in 1915 op de in Turkije levende Armeniërs
 
Stuk 1354 (2007-2008) – Nr. 1 2
 
TOELICHTING
 
DAMES EN HEREN,
 
In 1915 begon het toenmalige Ottomaanse Rijk met het systematisch deporteren, terechtstellen en uithongeren van de Armeense bevolking in Oost-Anatolië.
 
Volgens uiteenlopende schattingen lieten daarbij tussen de 300.000 en 1.500.000 Armeniërs het leven. Die feiten zouden vandaag conform de volkerenrechtelijke definitie zoals onder andere opgenomen in het VN-verdrag ter voorkoming en bestraffing van genocide, als genocide bestempeld worden. Indien de feiten zich recenter hadden voorgedaan, zouden de verantwoordelijken ongetwijfeld hebben moeten terechtstaan voor het Internationaal Tribunaal van Den Haag.
 
Nochtans is er binnen de huidige geschiedschrijving weinig discussie. Er kan geen twijfel over bestaan dat wat in 1915 gebeurd is, daadwerkelijk een genocide was, georganiseerd door de mensen die toen de macht hadden in Turkije en een duidelijk plan hadden.
 
Dat plan bestond uit de arrestatie en liquidatie van de Armeense elite; de massale deportatie van de Armeense bevolking die op transport werd gezet zonder bevoorrading, medische zorgen, opvang en bescherming tegen benden die de mensen aanvielen, verkrachtten, doodden en beroofden; de confiscatie en verkoop van Armeense goederen. Dit alles gebeurde door daartoe specifiek opgerichte organisaties.
 
Tot op heden weigert de Turkse regering van een genocide op de Armeniërs te spreken. Men heeft het eufemistisch over de 'Armeense kwestie'. Meer zelfs, de Turkse overheid erkent dat er betreurenswaardige feiten zijn gepleegd, maar stelt dat het helemaal niet bewezen is dat de Turkse overheid verantwoordelijk was voor de genocide en dat verder onderzoek noodzakelijk is, 92 jaar na de feiten. Dat is ook het enige standpunt dat men in Turkije horen kan. Mensen die er een ander standpunt op na houden, worden aangeklaagd op basis van artikel 301 van de Turkse strafwet.
 
De Turkse regering staat evenwel nagenoeg geïsoleerd. Steeds meer parlementen nemen immers het initiatief om de genocide van 1915 op de in het Ottomaanse Rijk levende Armeniërs officieel te erkennen. Dat deed onder meer het Europees Parlement, en recent ook het Amerikaanse parlement. Maar ook verschillende lidstaten van de Europese Unie hebben via resoluties en dergelijke meer de genocide op de Armeniërs erkend. Dat is bijvoorbeeld het geval in Frankrijk, Griekenland, Cyprus, Italië, Nederland, Polen, Slowakije en Zweden. Vlaanderen zou door middel van de goedkeuring van voorliggende resolutie de solidariteit ter zake tussen de naties in de Europese Unie kunnen versterken.
 
Trouwens, naar aanleiding van een actuele vraag van de heer Karim Van Overmeire aan de toenmalige minister-president Yves Leterme in de plenaire vergadering van 6 juni 2007, bevestigde laatstgenoemde dat hij wel degelijk gelooft dat er een genocide op de in Turkije levende Armeense bevolking heeft plaatsgevonden.
 
Om deze redenen achten de indieners het nuttig om, in navolging van verschillende andere parlementen, deze resolutie aan het Vlaams Parlement voor te leggen.
 
Stefaan SINTOBIN
Karim VAN OVERMEIRE
Luk VAN NIEUWENHUYSEN
Roland VAN GOETHEM
John VRANCKEN
________________
3 Stuk 1354 (2007-2008) – Nr. 1
VOORSTEL VAN RESOLUTIE
Het Vlaams Parlement,
 
– gelet op:
1° de talloze studies gewijd aan de toestand van de Armeense bevolkingsgroepen in Turkije aan het begin van de twintigste eeuw;
 
2° het VN-verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide, dat een definitie geeft van het begrip genocide;
 
3° de rechterlijke beslissingen die deze bepaling hebben toegepast om de toestand van de in 1915 in Turkije levende Armeniërs te beschrijven, meer bepaald de beslissing van het Tribunal de Grande Instance van Parijs van 21 juni 1995;
 
4° de resolutie van het Europees Parlement van 18 juni 1987 betreffende een politieke oplossing van het Armeense vraagstuk, waarin wordt erkend dat de in Turkije levende Armeniërs in 1915 het slachtoffer zijn geweest van de genocide gepleegd door de toenmalige Ottomaanse regering;
 
– overwegende dat:
1° er geen twijfel kan bestaan over het feit dat de Armeense bevolking van Oost-Anatolië het slachtoffer werd van een georganiseerde en stelselmatig uitgevoerde poging tot genocide;
 
2° het erkennen van de misdaden en de vergissingen uit het verleden een voorwaarde is om te komen tot een verzoening tussen de volkeren;
 
3° de erkenning van de genocide kan bijdragen tot een betere verstandhouding tussen het Turkse volk en het Armeense volk;
 
– vaststellende dat:
1° de resolutie van het Europees Parlement van 1987 de Turkse regering er nog niet toe heeft gebracht de historiciteit van de genocide uit 1915 te erkennen;
 
2° er intussen verschillende parlementen zijn die de genocide van 1915 op de Armeniërs officieel hebben erkend;
 
– gelet op de bevoegdheden van de Vlaamse Gemeenschap inzake buitenlandse aangelegenheden;
 
– overwegende dat zowel de Vlaamse Regering als het Vlaams Parlement er voorstander van zijn om Vlaanderen in de internationale context een wezenlijke rol te laten spelen;
 
– vraagt de Vlaamse Regering:
1° de Turkse regering te verzoeken de historiciteit te erkennen van de genocide die de laatste regering van het Ottomaanse Rijk in 1915 heeft gepleegd;
 
2° de Europese Unie en haar lidstaten te verzoeken hun steun toe te zeggen aan initiatieven op alle vlakken die de dialoog tussen het Armeense volk en het Turkse volk kunnen bevorderen;
 
3° deze resolutie over te zenden aan de Turkse en de Armeense regering, aan de voorzitter van het Europees Parlement, aan de voorzitter van de Europese Commissie en aan de voorzitters van de parlementen van de lidstaten van de Europese Unie.
 
Stefaan SINTOBIN
Karim VAN OVERMEIRE
Luk VAN NIEUWENHUYSEN
Roland VAN GOETHEM
John VRANCKEN
________________
 

Son Haberler

Hits: [srs_total_pageViews] Visitors: [srs_total_visitors]
Copyright © GUNDEM.be
Site içeriği ve dizaynın tüm hakları GÜNDEM.be websitesine aittir.
Kopyalamak ve izinsiz kullanmak kesinlikle yasaktır.